Mijn boeken gaan over de wereldoorlogen in de twintigste eeuw en over oorlog voeren in het algemeen. Zo komen de kenmerken van oorlogen aan bod in beide boeken. Wil je meer lezen? Hier een link naar mijn boeken en blogs.
De acht grondbeginselen van het oorlog voeren:
- De redenen om oorlog te voeren zijn hetzelfde gebleven als 4000 geleden
- De enige zekerheid in een oorlog is de onzekerheid; dus misleid je tegenstander, want jij zult ook misleid worden
- Oorlog is een strijd tussen wilskrachten. Bruut geweld en uitputting zijn middelen om de mentale strijd te winnen. Degene met de sterkste wil of het langste uithoudingsvermogen, wint de oorlog
- Geen plan overleeft het eerste contact met de vijand. Oorlog heeft daarna zijn eigen dynamiek
- Beter één slechte generaal dan twee goede
- The best school of war, is war!
- Technologie is dominant geworden in oorlogen, maar meestal niet doorslaggevend
- Oorlogen kun je niet uitbannen, dus bereid je goed voor!
Ad 1. De reden om oorlog te voeren zijn nog altijd hetzelfde als 4000 jaar geleden. Poetin vecht in Oekraïne om het Russische rijk uit te breiden. Je kunt het hebzucht of een rationele hang naar uitbreiding (‘raison d’etat’) noemen. Israël zegt zich te verdedigen tegen terroristen in naam van Jahweh (hun god). Hamas zegt tegen onderdrukking te vechten in naam van Allah (hun god). En het westen steunt de ene of de andere partij om vrijheid of veiligheid (voor onszelf?) te bevorderen. Al deze redenen om oorlog te voeren kennen we uit de geschiedenis. De Romeinen en Chinezen voerden oorlogen om hun rijken uit te breiden. Europese koloniale mogendheden breiden hun rijk uit, van 1500 tot 1950, in naam van hun christelijke god. En hoeveel preventieve oorlogen, zoals WO1, zijn er niet begonnen uit angst voor de macht van een andere mogendheid? En hoe vaak werd de tegenstanders hierbij niet uitgemaakt voor terroristen of ander tuig?
Ad 2. De enige zekerheid in een oorlog is onzekerheid. Oorlog is net als een spel: je weet nooit wat je tegenstander gaat doen. Je kunt niet in de hersenpan van je tegenstander kijken. Oorlog is nog moeilijker. Bij een spel als Risk kun je de stukken van jezelf en de tegenstander nog tenminste op het bord zien staan, bij een oorlog is zelfs dat lastig. Je weet nooit of een aanval een schijnaanval is of de hoofdaanval die de oorlog kan gaan beslissen. Wees dus achterdochtig en probeer in de huid van je tegenstander te kruipen om hem of haar te snappen. En probeer je tegenstander ook eens in het ootje te nemen. Zoals de wijze Chinese militair Sun Tzu schreef (vrij vertaald): als je sterk bent, lijk dan zwak, als je naar links wilt, doe dan alsof je naar rechts gaat, als je wilt aanvallen, doe dan alsof je gaat terugtrekken, etc.
Ad 3. Oorlog is een strijd tussen twee wilskrachten. Je bent in een oorlog zo sterk als je tegenstander zwak is en omgekeerd. Doel is om de wilskracht van je tegenstander te breken. Het gaat er niet om of een tegenstander kan vechten, het gaat erom of een tegenstander wil vechten. Om dat doel te bereiken zet je middelen in: geld, manschappen en grondstoffen. Met bruut geweld probeer je je tegenstander ervan te overtuigen dat verzet geen zin heeft. Je probeert – zeker in een lange oorlog – je tegenstander fysiek en mentaal uit te putten. Als je tegenstander op eigen terrein vecht zal hij langer moed houden, soldaten op vreemde bodem geven eerder op. Een zwakke tegenstander zal tegen een sterke tegenstander in eerste instantie de moed snel verliezen. Duurt een oorlog langer dan zal een zwakkere partij juist moed putten uit het feit dat hij zijn sterkere tegenstander op afstand kan houden. Bij de ogenschijnlijk sterkere partij kan dan frustratie ontstaan.
Ad 4. Geen plan overleeft het contact met de vijand. Een plan maken is leuk, maar je tegenstander maakt er natuurlijk ook een. Helaas laat een oorlog zich heel slecht plannen, er gebeurt altijd wel wat waar je niet aan gedacht hebt. Daarom is het handig om enige flexibiliteit in te bouwen. Als legers eenmaal op elkaar klappen dan kunnen de plannen de prullenmand in en neemt de strategie het over. Strategie is vaak niets meer dan opportunisme: handelen op basis van beperkte informatie. Het helpt hierbij om je eigen kracht en zwakte, én die van je tegenstander goed in te schatten. Geluk helpt het meeste. Napoleon vond dat zelfs het belangrijkste criterium om zijn generaals te bevorderen (waarschijnlijk bedoelde hij het gekscherend, maar toch).
Ad 5. Beter één slechte generaal dan twee goede. Net als twee kapiteins op één schip, werkt het niet als twee generaals een leger leiden. Generaals zijn bovendien meestal de meest ijdele militairen die er zijn; ze weten het allemaal beter. Soldaten hebben duidelijkheid en eenduidigheid nodig boven alles. Een leger functioneert het beste als alle neuzen dezelfde kant op staan.
Ad 6. ‘The best school of war, is war!’ Legers kunnen oefenen voor een oorlog, maar oefenen is niet hetzelfde als echt oorlog voeren. Een oorlog haalt het uiterste in mensen naar boven, in goede en slechte zin. Dat valt niet na te bootsen of te simuleren. Je handelt altijd net even anders als je leven er écht van afhangt. Daarom is gevechtservaring zo belangrijk voor soldaten. Dat geldt ook voor nieuwe wapens, zeker technologisch geavanceerde wapens. Pas tijdens een oorlog weet je zeker of een raket echt door het vijandelijke raketschild kan geraken.
Ad 7. Technologie is dominant maar niet doorslaggevend. Tot 1914 was technologie zelfs niet eens dominant op het slagveld. Dat wil zeggen dat de verschillen in technologie zo klein waren dat het niet veel uitmaakte met welke technologie een leger vocht. Een pijl en boog was ongeveer net zo dodelijk als een musket. Het maakte en maakt wel uit hoe technologie en bepaalde wapens worden gebruikt natuurlijk. Zodoende kan wel een verschil worden gemaakt. Cavalie kun je beter met lange speren tot staan brengen dan met zwaarden. Vanaf 1914 is communicatie en wapentechnologie niet meer weg te denken. Oorlog voeren zonder technologie wordt ondenkbaar. Maar meestal hebben beide partijen ongeveer dezelfde technologie (m.u.v. koloniale oorlogen) en geeft niet de technologie zelf, alleen het gebruik ervan de doorslag. Graag maak ik een uitzondering voor de uitvinding van de atoombom. 😉
Ad 8. Oorlog kun je niet uitbannen, dus bereid je voor. Helaas blijkt dat mensen al duizenden jaren oorlog voeren en het ziet er niet naar uit dat we er ooit mee gaan ophouden. We kunnen alleen diplomatie afdwingen vanuit kracht en we kunnen alleen onze wil (vrede) aan de wereld opleggen als we door iedereen serieus worden genomen. Dat kan alleen met veel wapens, soms in combinatie met economische sterkte. Dus om vrede af te dwingen kun je het beste het grootste en sterkste leger ter wereld opbouwen.