Blog: JULICRISIS 1914

Bronnen

Erlend van Ark, De Eerste Wereldoorlog in begrijpelijke taal, I-Publish 2012

James Joll, The origins of the First World War. Second edition, Longman 1992

John Keegan, The First World War, Pimlico 1999

Koen Koch, Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog, Ambo 2010

Keith Wilson (ed.), Decisions for war, 1914, UCL Press 1998

Christopher Clark: The Sleepwalkers, HarperCollins Publishers 2013

Zondag 28 juni 1914

Troonopvolger Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie zijn op bezoek in Sarajevo. Sarajevo is onderdeel van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. Het bezoek is slecht getimed. Op 28 juni herdenken de bewoners hun nederlaag tegen de Ottomanen in 1389 waarna zij werden onderworpen. Nu komt een tweede grootmacht en overheerser op bezoek. Sophie wil wel per se mee omdat ze in Wenen nooit naast haar man mocht zitten bij diners en tijdens openbare gelegenheden. Ze wordt er met de nek aangekeken, omdat ze niet ‘ebenbürtig’ is: ze is van een lagere stand dan de keizerlijke familie van haar man. De kinderen van Ferdinand en Sophie mochten geen aanspraak maken op de keizerlijke troon.

De rondrit door de stad verloopt grimmig. ‘s Ochtends worden bommen naar de open auto gegooid waarbij enkele toeschouwers gewond raken. Als het echtpaar bij het stadhuis aankomt roept Frans Ferdinand: ‘Wij komen hier vriendschappelijk op bezoek en u ontvangt ons met bommen?!’ Hiermee onderbreekt hij het welkomstwoordje van de burgermeester van Sarajewo.

Er wordt besloten de tour gewoon door te laten gaan en geen extra veiligheidsmaatregelen te treffen. Sophie wil de gewonde toeschouwers bezoeken in het ziekenhuis dus de route wordt wel verlegd richting het ziekenhuis. 

Omdat de chauffeur niet op de hoogte was gebracht van deze verandering, rijdt hij de eerder geplande route totdat ze verkeerd rijden en de auto moet omdraaien. Op het moment dat de auto keert, komt een jongeman van 19 net uit een kroeg lopen. Het is Gavrilo Princip en dit zou zijn moment worden. Samen met zijn kameraden had hij een aanslag gepland op het echtpaar maar omdat de eerste aanslag was mislukt, verwachtte hij geen kans meer te krijgen. Tot zijn verbazing stond hij nu oog in oog met zijn beoogde slachtoffers. Het is ongeveer tien voor elf. Hij aarzelde niet, trekt zijn pistool en lost twee schoten, één op Frans Ferdinand en één op diens vrouw… .

Frans Ferdinand en Sophia Chotek in Sarajevo, 28 juni 1914 vlak voor hun dood

Sophie sterft vrijwel meteen. Frans Ferdinand zegt nog ‘es ist nichts, es ist nichts, Sopherl! Sopherl! Sterbe nicht! Bleibe am Leben für unsere Kinder!’. Daarna sterft ook hij. Princip wordt meteen gearresteerd. Hij moet uit de klauwen van de woedende menigte worden gered, anders was hij zeker ter plekke gelyncht. Zijn zelfmoordpil blijkt niet te werken en zijn pistool wordt uit zijn handen geslagen… .

Maandag 29 juni 1914

Wenen, de Oostenrijkse keizer Frans Jozef is van zijn vakantieverblijf te Ischl afgereisd naar Wenen om de situatie te bespreken met zijn  ministers. De oude keizer (83 jaar) is aangeslagen, hij heeft al zoveel ellende meegemaakt in zijn persoonlijke leven. In 1898 verloor de keizer al zijn vrouw Elisabeth (‘Sissi’) aan een moordaanslag, zijn dochter is op jonge leeftijd gestorven, zijn zoon pleegde zelfmoord en zijn broer werd vermoord in Mexico. “Blijft mij dan niets bespaard?!”, zou de keizer hebben geroepen. De in Sarajevo vermoorde troonopvolger Frans Ferdinand was overigens niet de zoon van de keizer maar een neef (de zoon van zijn jongere broer Karel). Omdat Frans Ferdinand getrouwd was met een eenvoudige hofdame en niet iemand van hoge adel, was hij niet geliefd bij de keizer. 
 
Naast dit persoonlijke drama kan de moord politieke gevolgen hebben. Onze bronnen in Wenen melden dat politici in Oostenrijk Servië verantwoordelijk houden voor de aanslag van gisteren. De Oostenrijkse gezant in Belgrado (Servië) meldt dat hij zeker is van Servische betrokkenheid. Hier is echter nog geen bewijs voor gevonden. De bevolking weet het wel al zeker. Die is in grote delen van het land de straat op gegaan om wraak te eisen op de Serviërs: “Serbien muß sterben!”, wordt gescandeerd. Het is de vraag wat de Oostenrijkse regering, toch al geen vriend van Servië, onder deze druk zal doen. 
 
De Oostenrijkse minister van oorlog Conrad eist dat het leger gemobiliseerd wordt tegen Servië. Hij had al eerder gewaarschuwd dat zoiets als dit kon gebeuren en ook al meerdere malen voor oorlog gepleit. Het treurige is dat juist Frans Ferdinand altijd tegen een oorlog met Servië had gepleit. Hij was van plan om de havik in de regering, Conrad te ontslaan. De Hongaarse minister Tisza is ook tegen een oorlog en vooral annexatie maar meer om zijn eigen belangen te beschermen. Hij wil niet dat de macht van de Hongaren afneemt door meer Slavische burgers op te nemen in het rijk. De belangrijkste minister in de regering Berchtold is voor een harde lijn richting Servië. Wat deze inhoudt is nog niet duidelijk.
 
Een ander probleem is hoe er in het buitenland, vooral Rusland, gereageerd zal worden op een eventuele Oostenrijkse interventie op de Balkan. De Balkan is betwist gebied. Rusland en Oostenrijk willen hier allebei hun macht uitbreiden. In 1908 had Oostenrijk Bosnië-Herzegovina geannexeerd. Toen waren de Russen zwak, ze hadden net een verloren oorlog tegen Japan (1905) en een opstand van de eigen bevolking achter de kiezen. Rusland kon zo makkelijk buitenspel worden gezet. Nu is de situatie anders. Rusland is tegenwoordig sterker dan ooit met het grootste leger en de snelst groeiende economie van Europa. Bovendien laten onbevestigde bronnen in St. Petersburg ons weten dat de Russische regering de aanslag ziet als een Oostenrijks complot om Servië te kunnen annexeren.
 
In de kranten in Belgrado wordt de aanslagpleger Gavrilo Princip als een held en martelaar betiteld. “De kroonprins vroeg er zelf om door op het verkeerde moment Sarajevo te bezoeken”, aldus de Servische kranten… 

Dinsdag 30 juni 1914

 Belgrado, de Servische premier Pasic keert terug naar de hoofdstad. Servië is ernstig in verlegenheid gebracht door de aanslag. Uit de verhoren met de verdachten blijkt inmiddels dat ze hulp uit Servië hebben gekregen. Wie er precies achter zit is nog niet duidelijk maar er zijn wapens en inlichtingen uit Belgrado gebruikt bij de aanslag. De Oostenrijkse ambassadeur baron Wladimir Giesl informeert daarom bij de Servische regering hoe het staat met het Servische onderzoek naar de aanslag. Hij reageert woedend als Pasic hem vertelt dat er nog geen is begonnen.

Pasic hoopt een confrontatie met Oostenrijk-Hongarije te voorkomen. Het Servische leger bevindt zich in een deplorabele staat na de recente Balkanoorlogen (1912-1913). Servië heeft zich nog maar kort geleden vrij gevochten van het Ottomaanse Rijk (Turkije) en heeft zijn vrijheid al meerdere malen gewapenderhand moeten verdedigen. 

Pasic heeft overigens ook andere dingen aan zijn hoofd. In augustus zijn er verkiezingen in Servië waardoor hij veel op reis is door het land. De premier zit dus tussen twee vuren. Hij probeert de anti-Oostenrijkse reacties van de Servische nationalisten te temperen maar tegelijkertijd wil hij de nationalisten niet tegen zich in het harnas jagen omdat hij ze nodig heeft om premier van Servië te blijven… .

Woensdag 1 juli 1914

Wenen, onze correspondent meldt dat hij uit gesprekken in de wandelgangen niets dan oorlogstaal waarneemt. Gisterochtend zou de minister van oorlog, Alexander von Krobatin hebben verklaard dat het leger klaar is voor actie. Hij is zojuist teruggekeerd van een inspectietocht in Tyrol. Gistermiddag heeft een zichtbaar aangeslagen keizer met zijn eerste minister Berchtold gesproken over de ernstige situatie. Beiden zijn vóór militair ingrijpen. 

Er zijn echter nog vier horden te nemen. Ten eerste is het onderzoek naar de aanslag nog niet afgerond en het bewijs tegen Servië is dus nog niet rond. Ten tweede moet de Hongaarse minister Tisza nog overtuigd worden van de noodzakelijkheid van een oorlog. Ten derde blijkt het Oostenrijks-Hongaarse leger helemaal nog niet klaar te zijn voor actie. Conrad moet tot zijn schaamte bekennen dat het nog minimaal zestien dagen zou duren voordat een offensief kan beginnen. Ten vierde wil de regering in Wenen weten wat het standpunt is van haar belangrijkste bondgenoot, Duitsland.

Wat dat betreft lijken er overigens geen zorgen. Vandaag was de bekende Duitse journalist Viktor Naumann in de Oostenrijkse hoofdstad. Naumann is goed geïnformeerd in Berlijn. Hij zou gezegd hebben tegen een jonge Oostenrijkse diplomaat dat Duitsland het een gunstig moment acht om Servië te straffen en dat het een oorlog met Rusland wel wil riskeren hiervoor… .

Donderdag 2 juli 1914

Begrado, de Servische premier Pasic probeert de aanslag als een interne aangelegenheid van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk neer te zetten. Hij is vastbesloten elke Servische betrokkenheid te ontkennen en zal zeker geen Oostenrijkse politiemacht toestaan op Servisch grondgebied ‘om de zaak te onderzoeken’. De Oostenrijks-Hongaarse regering heeft hierdoor al haar vertrouwen in de Servische regering verloren. Ze beschouwen Pasic niet langer als een serieuze gesprekspartner. Het helpt ook niet dat Franse kranten geruchten verspreiden dat Servië en Montenegro misschien een politieke unie willen aangaan. Beide landen zijn Wenen vijandig gezind.
 

Ondertussen lijkt er steeds meer bewijs tegen Servië te komen. Uit de verhoren van de aanslagplegers (Princip en consorten) blijkt dat ze door Servische douaniers de grens met Servië over zijn geholpen. De link met Servië is hiermee definitief bewezen wat betreft de Oostenrijkse regering.

In het buitenland wordt sceptisch gereageerd op dit ‘bewijs’. De Russen vermoeden dat er een Oostenrijks of Duits complot achter zit om Servië in kunnen lijven. In Frankrijk (de belangrijkste bondgenoot van Rusland) wordt ook getwijfeld aan de Oostenrijkse bevindingen en conclusies. Eerste minister René Viviani vraagt Servië om rustig en waardig te reageren op de beschuldigingen vanuit Wenen. De Engelsen willen tenminste nog afwachten wat de overige bevindingen van het onderzoek zijn.

 
Het overige nieuws is dat de Duitse keizer Wilhelm II heeft afgezegd voor de begrafenis van Frans Ferdinand (gepland over twee dagen) uit angst voor een aanslag… .

Vrijdag 3 juli 1914

Wenen, de Oostenrijks-Hongaarse regering neemt twee besluiten. Ten eerste om Servië ‘zwaar’ te straffen, desnoods de oorlog te verklaren of in ieder geval te onderwerpen aan het Oostenrijks-Hongaarse gezag (bijvoorbeeld door een onderzoek op Servische bodem van de Oostenrijks-Hongaarse politie). Ten tweede wordt actie tegen Servië uitgesteld door eerst een diplomatieke missie voor te bereiden naar Duitsland om de stemming daar te peilen. Zal Duitsland zijn bondgenoot steunen tegen Servië?

Inmiddels is de Duitse ambassadeur in Wenen, Tschirschky teruggefloten door de Duitse keizer Wilhelm II. Tschirschky maande een dag geleden nog tot kalmte, nu spreekt hij juist van steun uit Berlijn voor acties tegen Servië onder de juiste, gunstige omstandigheden. Het lijkt er dus op dat Duitsland Oostenrijk-Hongarije zal gaan steunen.

In Belgrado voelen ze wellicht de bui al hangen. Premier Pasic nam vandaag contact op met zijn bondgenoot in St. Petersburg, Rusland. Rusland (dat gezien wordt als ‘moeder’ van de Slavische volken) heeft in voorgaande crises Servië niet altijd gesteund. Pasic  wil weten wat de Russische tsaar Nicolaas II zal doen als Oostenrijk-Hongarije Servië zwaar zal straffen.

Een diplomatieke oplossing tussen Servië en Oostenrijk-Hongarije lijkt steeds verder weg. Pasic probeerde vandaag tevergeefs de Oostenrijkse ambassadeur Giesl gerust te stellen door hem te verzekeren: “wij behandelen de moord alsof het één van onze eigen leiders betreft”. De ambassadeur voelde zich eerder in de maling genomen. De Serviërs staan erom bekend dat ze met hetzelfde gemak hun leiders uit de weg ruimen en vervolgens over gaan tot de orde van de dag. Zoals na de brute moord op de Servische koninklijke familie in 1903. Servië is overigens nog steeds geen onderzoek gestart naar de moord… 

Zaterdag 4 juli 1914

Vandaag worden de aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie begraven. De begrafenis vindt niet plaats in de hoofdstad Wenen maar het kleine Artstetten en is vrij armoedig voor een kroonprins, een kasteel van de Habsburgse dynastie. Het echtpaar laat drie jonge kinderen achter.
 
Na de begrafenis stuurt Berchtold een jonge diplomaat graaf Alexander von Hoyos naar Berlijn met een persoonlijke brief van keizer Frans Jozef aan de Duitse keizer Wilhelm II. In de brief vraagt Frans Jozef Duitse steun ingeval van Russische betrokkenheid bij het conflict tussen Servië en Oostenrijk-Hongarije. Hoyos is een van de haviken op het Auswärtiges Amt.
 
De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Sazonov laat Pašić weten dat hij zich geen zorgen hoeft te maken over de Oostenrijkse beschuldigingen (die in de rest van Europa toch niet worden geloofd volgens Sazonov). De Russen denken dat het bij woorden zal blijven en dat Oostenrijk-Hongarije niet tot het uiterste zal gaan om Servië te straffen… 

Zondag 5 juli 1914

Een week na de aanslag komen in Potsdam (bij Berlijn) de belangrijkste Duitse leiders tezamen in de ‘kroonraad’. Keizer Wilhelm heeft de brief van Frans-Jozef ontvangen met de vraag in hoeverre Duitsland Oostenrijk-Hongarije zal steunen. De keizer is voor het hard straffen van Servië.

Alexander von Hoyos probeert de Duitsers tot een kordate beslissing te bewegen door ten onrechte te stellen dat Wenen al heeft besloten tot een oorlog tegen Servië.
 
Legerleider Helmuth von Moltke Jr. is al jaren voor een preventieve oorlog tegen Rusland en Frankrijk; de militaire achterstand ten opzichte van deze rivalen wordt alleen maar groter. Liever nu een oorlog – die sowieso onvermijdelijk is in zijn ogen – dan over twee jaar. Moltke is echter op vakantie, net als de minister van buitenlandse zaken Gottlieb von Jagow. Kanselier Theobald von Bethmann-Hollweg is er ook van overtuigd dat oorlog beter nu kan komen dan over twee of drie jaar. Na de lunch spreekt Wilhelm met Hoyos en zegt hij persoonlijk Duitse steun toe aan Oostenrijk-Hongarije in hun conflict met Servië, zelfs als Rusland zich ermee bemoeit! Dit is Wilhelm ten voeten uit. Het risico op escalatie naar een groter, Europees conflict wordt op de koop toegenomen. Morgen wordt een telegram gestuurd naar Wenen (alleen de zinsnede ‘wat jullie ook besluiten’ wordt daaruit geschrapt)… .
en… 

Maandag 6 juli 1914

Het Duiste antwoordtelegram arriveert in Wenen. Daar is men blij met de Duitse blanco cheque. Morgen zal het Oostenrijk-Hongaarse kabinet bijeenkomen om een strafmaat voor Servië te formuleren. Hoyos zegt dat de Duitsers aandringen om snel actie te ondernemen tegen Servië terwijl daar geen sprake van is geweest.
 
De Duitse keizer gaat gewoon op vakantie zoals gepland en verbergt hiermee bewust de ernst van de crisis voor de rest van de wereld. Alleen de belangrijkste politici in Wenen en Berlijn weten inmiddels dat er oorlog, misschien wel een Europese oorlog in de lucht hangt. De Europese bevolking wordt onwetend gehouden. Bovendien neemt Duitsland geen maatregelen ter voorbereiding op een oorlog om geen argwaan te wekken.
 
De Duitse ambassadeur in Engeland Karl Lichnowsky, die Berlijn waarschuwt voor een oorlog tussen Oostenrijk en Servië omdat Engeland dan zal ingrijpen, is niet van alles op de hoogte in Berlijn. Hij zegt tegen de Engelse minister van buitenlandse zaken sir Edward Grey dat Duitsland vreest dat Oostenrijk-Hongarije Servië hard zal straffen. Grey denkt hierdoor ten onrechte dat Duitsland Oostenrijk wel in toom zal houden uit angst voor een reactie uit Rusland… . 

Dinsdag 7 juli 1914

De raad van ministers in Wenen besluit vandaag definitief tot oorlog tegen Servië. Alleen de Hongaarse minister Tisza is nog niet overtuigd. Hij wil Servië niet meteen aanvallen maar eerst een ultimatum opstellen met eisen waaraan Servië moet voldoen om oorlog te vermijden. 
 
De Oostenrijks-Hongaarse gezant in Belgrado, Vladimir baron von Giesl, krijgt de instructies van Wenen dat het niet uitmaakt hoe Servië op het toekomstige ultimatum reageert. Als de termijn van het ultimatum is verstreken zal Oostenrijk-Hongarije sowieso in oorlog zijn met Servië.
 
Pašić verwacht inmiddels dat er een Oostenrijks onderzoek zal komen op Servische bodem (het onderzoek in Sarajevo is inmiddels afgerond). Hij is niet van plan dat te laten gebeuren en zal het als een ‘casus belli’ (oorlogsverklaring) beschouwen… .
Woensdag 8 juli 1914
De Servische premier Pašić verklaart dat hij er alles aan doet om medeplichtigen aan de aanslag op te pakken, binnen de mogelijkheden van de Servische grondwet en tegen de wil in van diverse populaire nationalistische bewegingen in het land. De Duitse keizer Wilhelm trekt zijn schouders op en ook in Wenen wekken de opmerkingen van Pašić eerder wrevel dan vertrouwen omdat Pašić in hun ogen ontkent dat er een Servisch plot achter de aanslag zit.
 
Bethmann-Hollweg vertrouwt aan zijn dagboek toe dat als er oorlog komt met Rusland waarbij Duitsland Oostenrijk te hulp moet komen in plaats van andersom, dan heeft Duitsland een grote kans op succes. Als de tsaar niets doet dan heeft Duitsland een diplomtieke overwinning geboekt. Een win-win situatie dus.
 
In Londen is de Engelse minister van buitenlandse zaken druk bezig met andere zaken. Hij stelt vandaag een momorandum op over de Russisch-Britse betrikkingen in Perzië (het huidige Iran). De Engelsen vrezen dat Rusland meer invloed zal krijgen in het Midden-Oosten en misschien zelfs India. Die gebieden horen bij het Britse Rijk. De grootste koloniale rivalen van Engeland zijn Frankrijk en Rusland. Met beiden hebben de Engelsen betere betrekkingen aangeknoopt (Ententes in 1904 en 1907). De Russen bieden de Engelsen een Brits-Russisch-Japanse samenwerking aan in Azië waarbij ze elkaars gebieden garanderen… .
Donderdag 9 juli 1914
De Duitse ambassadeur in Londen Lichnowsky spreekt in een gesprek met Grey zijn hoop uit dat Duitsland Oostenrijk-Hongarije zal afhouden van drastische maatregelen tegen Servië. Lichnowsky was echter slecht geïnformeerd waardoor Grey vertrouwen houdt in de Duitse regering. Hij verwijst berichten dat Oostenrijk-Hongarije bezig is een ultimatum op te stellen naar het rijk der fabelen en belooft te proberen een drastische Russische reactie te voorkomen… .

Vrijdag 10 juli 1914

De Duitse ambasadeur in Wenen Heinrich von Tschirschky vangt uit diverse hoeken in de wandelgangen verhalen op over welke eisen er aan Servië gesteld kunnen worden die onacceptabel zullen zijn. Hij stuurt een memorandum naar Berlijn met een verslag van de ontmoeting tussen keizer Frans-Jozef en Berchtold waarin ze bespreken hoe ze Servië hard aan kunnen pakken terwijl ze Roemenië en Engeland neutraal houden. Tevens staat vermeld dat Berchtold zijn ongenoegen uit over de oppositie van graaf Tisza. De Duitse keizer Wilhelm zet in de kantlijn van het memorandum stoere oorlogstaal om indruk te maken op zijn ministers.

Pašić realiseert zich zo langzamerhand dat Oostenrijk-Hongarije denkt (of wil denken) dat er een Servisch complot achter de aanslag zit. Hij wil Oostenrijk niet provoceren maar is zeker ook niet van plan toe te geven aan drastische eisen.

In de middag wordt Belgrado opgeschrikt door de dood van een Russische ambassadeur (Nicolas Hartwig) die toevallig juist tijdens een ontmoeting met de Oostenrijkse ambassadeur ineens een hartaanval krijgt. Hartwig was voor een harde lijn tegen Oostenrijk-Hongarije… . 

Zaterdag 11 juli 1914

Nationalistische Servische kranten geven de Oostenrijkers de schuld van Hartwigs dood (hij zou moedwillig zijn vergiftigd) en Pašić is zo stom hem een staatsbegrafenis te geven (over drie dagen) waardoor pan-Servische en Slavische sentimenten de vrije loop krijgen. Men vreest zelfs dat Oostenrijkse burgers in Servië het slachtoffer kunnen worden. Alle vooroordelen van de Oostenrijkers worden hiermee bevestigd… .

Zondag 12 juli 1914

Twee weken na de aanslag is in Wenen de voorlopige tekst van het ultimatum eindelijk klaar. Maar men houdt die nog geheim. Berchtold wil Tisza nog proberen te overtuigen van de noodzaak Servië aan te vallen. Het ultimatum is zo opgesteld dat Servië wel zal moeten weigeren, waarna een oorlogsverklaring van Oostenrijk-Hongarije aan Servië logischerwijs zal volgen. Als Rusland Servië dan te hulp komt, zal Duitsland Oostenrijk-Hongarije te hulp komen en Rusland de oorlog verklaren.

Tisza is bijna over de streep. Hij wil dat een nota aan Servië wordt gestuurd in plaats van een ultimatum. Berchtold wil per se een ultimatum sturen. Een nota is namelijk niet bindend voor een staat, een ultimatum wel. Servië zou een nota gewoon kunnen negeren… .

Maandag 13 juli 1914

De belangrijkste politici en militairen (die veel meer politieke invloed hadden dan tegenwoordig) in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije zijn inmiddels uitgebreid aan bod geweest. Maar hoe beleefde de belangrijkste bondgenoot van Servië, Rusland, deze eerste weken na de aanslag?

De Russische tsaar Nicolaas II wordt vaak neergezet als een zwakke leider. Dat heeft twee redenen. Ten eerste omdat hij later in de oorlog werd afgezet en ten tweede omdat zijn gezin onder invloed stond van de ‘intrigant’ Grigori Raspoetin (hij ‘behandelde’ de hemofilie van de zoon van de tsaar en had grote invloed aan het Russische hof). Dat viel echter wel mee. Nicolaas kon daadkrachtig zijn als het moest. Zo bezwoer hij diverse opstanden kordaat, zoals die in 1905. Bovendien was de Russische tsaar almachtig: hij ontsloeg ministers en stelde zelf nieuwe aan.

Een van die ministers was de minister van buitenlandse zaken Sazonov. Sazonov werd minister in 1910 nadat zijn voorganger was ontslagen vanwege een diplomatieke nederlaag in de Balkan (de annexatie van Bosnië door Oostenrijk). Sazonov was er dus op gebrand de belangen van Rusland te verdedigen in de Balkan. In 1914 was het zelfvertrouwen van de Russen inmiddels hersteld van de militaire nederlaag tegen Japan (1905) en de diplomatieke vernederingen in de Balkan. De Russische economie groeide het snelst van heel Europa en het leger was al het grootste van heel Europa. Bovendien had Rusland een stevige alliantie met Frankrijk (gericht tegen Duitsland). Met andere woorden: Rusland voelde zich sterker dan ooit en was bereid zijn positie in de Balkan gewapenderhand te verdedigen tegen zowel Oostenrijk-Hongarije als Duitsland… .

Dinsdag 14 juli 1914

Vandaag heeft minister Berchtold Tisza eindelijk kunnen overtuigen van de noodzaak Servië desnoods met wapens te straffen voor de aanslag van 28 juni. Er wordt afgesproken om tijdens de minsterraad (over vijf dagen) de knoop definitief door te hakken, een ultimatum met een zo kort mogelijke reactietijd (twee dagen) te sturen en Servië uiteindelijk niet te annexeren. Dit wordt allemaal geheim gehouden.

De Russische ambassadeur Hartwig wordt begraven in Belgrado. Pašić vertrouwt een Russische diplomaat toe dat hij nog wel juridische stappen van Wenen verwacht maar dat hij verder niets meer heeft vernomen over de aanslag. De premier is zelfs hoopvol dat het hierbij zal blijven omdat Wenen verder wil onderhandelen over een spoorlijn door Servië.

De Russische minister van buitenlandse zaken Sazonov gaat op vakantie, hij zal de 20e weer terug zijn in St. Petersburg… .
Woensdag 15 juli 1914
In de Weense kranten verschijnen berichten met speculaties over de op handen zijnde strafmaatregelen richting Servië. 

De Hongaarse minister graaf Tisza – die oorspronkelijk nog tegen een oorlog met Servië was – houdt een toespraak in het Hongaarse parlement (Hongarije was onderdeel van het Oostenrijk-Hongaarse rijk). In deze toespraak zegt Tisza dat oorlog tegen Servië een laatste redmiddel zal zijn… .
Donderdag 16 juli 1914
De Franse president Raymond Pioncaré en premier (net drie dagen eerder geïnstalleerd) René Viviani vertrekken vanuit Duinkerken met de boot voor een diplomatieke reis naar Scandinavië en Frankrijks belangrijkste bondgenoot Rusland. De reis zal ruim twee weken duren… .

Vrijdag 17 juli 1914

De Servische premier Pašić begint zich langzaam te realiseren dat Oostenrijk-Hongarije het er niet bij laat zitten. Uit Berlijn, Rome en Londen komen berichten binnen van diplomaten en ambassadeurs dat hij niet moet geloven in de vredelievende praatjes van Wenen, dat ze een conflict niet uitsluiten en zelfs dat een oorlog onvermijdelijk zal zijn. Vooral de toespraak van Tisza van twee dagen geleden baart Pašić zorgen. 

De Duitse kanselier Bethmann-Hollweg waarschuwt de kroonprins per brief Oostenrijk-Hongarije niet meer in het openbaar aan te moedigen Servië aan te vallen (en anderen ook niet meer daartoe aan te zetten). De kanselier stelt dat dat weleens het tegenovergestelde effect zou kunnen hebben van wat de regering en de kroonprins willen (namelijk dat de oorlog niet doorgaat)… .
Zaterdag 18 juli 1914
De Duitse minister van buitenlandse zaken Jagow spreekt in een brief aan de Duitse ambassadeur in Londen, Lichnowsky, zijn verwachting uit dat Rusland nu niet klaar is voor een oorlog, maar wel over twee jaar. Dan zal het numeriek veel sterkere Russische leger Duitsland zo kunnen verslaan. Dus beter nu het risico lopen op een oorlog met Rusland dan afwachten. Jagows inschatting van de huidige diplomatieke situatie is dat ook Engeland en Frankrijk geen oorlog willen. Hij is optimistisch over het vooruitzicht van een Europese oorlog.

Belgrado krijgt een Russisch telegram met geruststellende woorden van minister Sazonov dat hij geen vergaande acties vanuit Wenen verwacht. Dit telegram volgt op de levering van een beperkt aantal Russische wapens en munitie. De Serven voelen zich gesterkt door hun bondgenoot Rusland en Pašić laat alle Servische ambassades in het buitenland (behalve die in Wenen i.v.m. geheimhouding) weten dat Servië geen ernstige schending van zijn neutraliteit zal dulden en dat hij verwacht dat andere landen proberen de Dubbelmonarchie te matigen. Frankrijk, Roemenië en zelfs het Ottomaanse Rijk (Turkije) laten hun sympathie voor Servië blijken.

Ondertussen heeft de Europese bevolking nog geen idee van wat er boven hun hoofd hangt. Een Belgische krant meldt dat Europa een periode van vakantie ingaat waarin journalisten door een gebrek aan interessante gebeurtenissen zich tevreden moeten stellen met tweederangs nieuws… . 

Zondag 19 juli 1914

Tijdens de Oostenrijk-Hongaarse ministerraad wordt eindelijk de definitieve klap op de tekst van het ultimatum gegeven. Het ultimatum wordt nog niet gestuurd vanwege het Franse bezoek aan St. Petersburg. Bondgenoten Frankrijk en Rusland zouden nu namelijk gemakkelijk afspraken kunnen maken over een gemeenschappelijk front tegen Oostenrijk-Hongarije… .

Maandag 20 juli 1914

Het ultimatum wordt naar de ambassade in Belgrado gestuurd maar nog niet overhandigd aan de Servische regering.

Pašić gaat op verkiezingscampagne in het noordoosten van Servië, de verkiezingen staan gepland voor 2 augustus. De premier hoopt dat de andere Europese grootmachten Servië zullen beschermen tegen al te rigoureuze maatregelen van Wenen. Via de Servische ambassade in Berlijn komen meer details binnen over wat Wenen van plan is. Er wordt gesproken over een ultimatum van 48 uur En geadviseerd zo snel mogelijk contact met St. Petersburg te zoeken voor Russische steun. Een telegram wordt gestuurd.

In St. Petersburg ontvangt minister Sazonov de Franse premier en president. Hij is net terug van vakantie en besteedt al zijn tijd en aandacht aan Ruslands belangrijkste bondgenoot en economische partner. Frankrijk financiert bijvoorbeeld Russische spoorlijnen in het westen van het land die een snellere mobilisatie van het Russische leger mogelijk maken… . 

Dinsdag 21 juli 1914

Sazonov is zo druk met het Franse bezoek dat hij het telegram uit Belgrado onbeantwoord laat.

Op deze rustige dag kunnen we internationale betrekkingen van rond 1900 onder de loep nemen. De geheime diplomatie of achterkamertjespolitiek in die tijd zorgde steeds voor wantrouwen tussen regeringen. Regeringsleiders waren gewend elkaar te misleiden. Dus zelfs telegrammen – de belangrijkste, snelste manier van communiceren toen – met de beste bedoelingen werden soms negatief uitgelegd of de bedoeling ging door vertaling of woordekeuze verloren. Bovendien was er geen orgaan (zoals de VN veiligheidsraad nu) waarin alle grootmachten permanent vertegenwoordigd waren. Nu weet elke staat al bij voorbaat hoe de anderen zullen reageren tijdens een conflict want diplomaten zijn continue in gesprek met elkaar. Hierdoor loopt een crisis nu niet snel uit de hand. Ten slotte zagen ze honderd jaar geleden oorlog als een prima oplossing voor een conflict en niet zoals nu als een allerlaatste redmiddel dat vermeden moet worden… .

Woensdag 22 juli 1914

De Servische ambassadeur in St. Petersburg die aandacht probeert te krijgen voor de Servische zaak en nog steeds met een onbeantwoord telegram door het Winterpaleis heen en weer loopt, krijgt eindelijk een geruststellend antwoord van nota bene de Franse president Pioncaré: “wij zullen jullie helpen het [(de eisen van Oostenrijk-Hongarije)] beter te maken”.

De Duitse ambassadeur in Londen, Lichnowsky, telegrafeert Berlijn dat Londen nog steeds verwacht dat Duitsland met succes Oostenrijk-Hongarije van onhaalbare eisen afhoudt… .

Donderdag 23 juli 1914

Pašić vertrekt ‘s ochtends per boot richting het zuiden van Servië voor zijn verkiezingscampagne.

De Franse president Pioncaré en premier Viviani vertrekken twee dagen eerder dan gepland per schip uit St. Petersburg (ze worden pas over een week in Frankrijk verwacht). Dit is waar ze in Wenen op gewacht hebben. Nu kon het ultimatum waar niemand – zelfs de Duitse regering – de tekst van had gezien overhandigd worden aan Servië.

Om 18.00 uur overhandigt de Oostenrijkse ambassadeur Giesl het Oostenrijks-Hongaarse ultimatum aan de Servische regering (Lazar Pacu in afwezigheid van Pašić) met de mededeling dat Wenen binnen 48 uur een antwoord verwacht, anders worden de diplomatieke betrekkingen meteen verbroken (= oorlog). Lazar Pacu onderkent meteen de ernst van de zaak. Hij smeekt bij de Russische ambassadeur om Russische hulp – die is nog steeds onzeker! – en verklaart tegenover de Servische regent Alexander (zoon van de teruggetreden koning Peter) dat dit een Europese oorlog betekent. Er worden snel telegrammen met de ultimatumtekst gestuurd naar de Europese hoofdsteden met de mededeling dat geen enkele Servische regering aan de eisen ervan zal voldoen. De premier wordt naar de Belgrado geroepen evenals de militaire leiding (veelal op vakantie in het buitenland, sommigen zelfs in Oostenrijk-Hongarije) en de spoorwegautoriteiten worden gealarmeerd. Vijf divisies van het leger in het noorden worden gereed gemaakt voor mobilisatie… .
Vrijdag 24 juli 1914
Heel Europa schrikt wakker als het nieuws over het ultimatum zich ovet het continent verspreid. Vooral punt zes van de tekst (over de toelating van Oostenrijkse officials op Servische bodem) is een ongehoorde inbreuk op de soevereiniteit van Servië, ongrondwettelijk en derhalve onacceptabel.

Pašić keert terug naar Belgrado waar hij de tien punten van het ultimatum met zijn ministers bespreekt. De Serven zijn vastbesloten niet toe te geven aan alle eisen. Daarom is het van fitaal belang om de andere grote mogendheden, zoals Engeland, Italië en Frankrijk te bewegen om Wenen tot moderatie te dwingen en/of proberen het ultimatum te verlengen.

Sazonov verklaart geschokt bij het lezen van de ultimatumtekst: “c’est la guerre Européenne” en bijt de Oostenrijkse ambassadeur toe: “jullie willen heel Europa in vuur en vlam zetten?!”. Hij raadpleegt meteen de chef van de generale staf, generaal Nikolai Janoesjkewitsj, over de staat en paraatheid van het leger. Nog dezelfde dag komt de raad van ministers bijeen om de situatie te bespreken. Zij besluiten Servië te steunen en morgen weer bijeen te komen voor een definitief besluit.

Ook de Engelse minister Grey is geschokt door de tekst. Hij begint zich zorgen te maken en uit deze tegen de Duitse ambassadeur, die een uiterst onhandig geformuleerd telegram naar Berlijn stuurt waarin hij de Britse zorgen over een oorlog tussen vier (met nadruk op vier!) Europese grootmachten overbrengt. Met ‘vier’ bedoelt hij Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Rusland en Frankrijk. Hierdoor denkt men (of zou men kunnen denken) in Berlijn dat Engeland sowieso niet mee zal doen als er tussen deze vier landen oorlog uitbreekt.

Alleen de Duitse regering schaart zich achter de tekst van het ultimatum en achter zijn bondgenoot Oostenrijk-Hongarije… .

Zaterdag 25 juli 1914

In Belgrado worden de reacties uit de verschillende Europese hoofsteden op een rijtje gezet. Alle grote (Engeland, Frankrijk, Italië) en kleine (Roemenië, Griekenland) landen waar wat van verwacht kan worden houden het helaas alleen bij woordelijke steun zonder werkelijk iets tegen Wenen te ondernemen. Alleen het miniscule Montenegro geldt als trouwe bondgenoot. Rusland houdt het bij: “wij ondernemen energieke stappen in Wenen en Berlijn en Servië kan op Russische steun rekenen”. Wat die stappen zijn en wat die hulp zal inhouden is nog niet duidelijk voor Pašić. Hij vreest volledige isolatie van zijn land en besluit daarom op alle punten, behalve punt 6 (over het toelaten van Oostenrijkse officials op Servische bodem), toe te geven aan de eisen van het ultimatum. Hij hoopt hiermee tijd te rekken en te blijven onderhandelen met Wenen. Vlak voor het verstrijken van de deadline om 18.00 uur stuurt hij het Servische antwoord.

De Oostenrijkse ambassadeur in Belgrado, baron Giesl, neemt niet eens de moeite om het antwoord in zijn geheel te lezen. Hij stuurt een bericht terug dat Oostenrijk-Hongarije onmiddelijk de diplomatieke betrekkingen verbreekt en vertrekt vervolgens binnen een half uur met de trein richting Wenen.

Pašić schrikt van het abrupte Oostenrijkse antwoord, Servië had immers aan bijna alle eisen willen voldoen. Hij neemt contact met vorst Alexander op. Dit betekent dat er elk moment een Oostenrijks-Hongaarse oorlogsverklaring kan komen. Ze besluiten een algehele mobilisatie af te kondigen. Belgrado was sowieso al de hele dag in een oorlogsstemming met overal in cafés en op straat tromgeroffel om dienstplichtigen op te roepen. Daarom stuurt baron Giesl een bericht naar Wenen met de verkeerde mededeling dat Servië al om 15.00 uur ‘s middags de mobilisatie had afgekondigd (dus nog vóór het antwoord aan Wenen i.p.v. erna).

Wenen en Berlijn zijn tevreden met het Servische antwoord, nu kan Oostenrijk-Hongarije ‘legitiem’ een oorlog beginnen. Keizer Wilhelm II besluit terug te keren van zijn bootvakantie in Noorwegen. Moltke bereid alvast een ultimatum voor aan België (Duitsland wil via België Frankrijk aanvallen) en dringt aan op meer haast in Wenen.

In St. Petersburg besluit tsaar Nicolaas II tijdens de ministerraad voorbereidingen te treffen voor een gedeeltelijke mobilisatie. Ook Rusland lijkt dus bereid heel Europa in oorlog te storten want een mobilisatie betekent bijna zeker oorlog. Nicolaas II aarzelt nog of hij door zal zetten… . 

Zondag 26 juli 1914

Oostenrijk-Hongarije mobiliseert zijn leger gedeeltelijk, aan de grens met Servië. Conrad kan slechts een klein deel van zijn leger naar de grens met Servië sturen. Het grootste gedeelte moet de grens met Rusland bewaken en er moeten ook soldaten achtergehouden worden aan de grens met ‘bondgenoot’ Italië (ondanks het bondgenootschap kan Wenen niet op Italië vertrouwen). Het oproepen en het in treinen naar de grens sturen van miljoenen soldaten duurt enkele dagen, het Oostenrijks-Hongaarse leger is nog lang niet klaar voor een daadwerkelijke aanval op Servië.

De Russische tsaar besluit zijn leger gedeeltelijk te mobiliseren (alleen in de districten Kiev, Odessa, Moskou en Kazan).

De Duitse kanselier Bethmann-Hollweg laat Londen en Parijs weten dat Duitsland de Russische maatregelen als bedreigend ziet en hij stuurt een bericht naar St. Petersburg dat als Rusland doorgaat met mobiliseren Duitsland ook gedwongen zal zijn te mobiliseren en dat betekent oorlog! De Engelsen willen een conferentie tussen de grootmachten om de crisis te bespreken. Uit Londen komen verschillende signalen: de koning verklaart neutraal te willen blijven, Grey zegt dat Engeland Frankrijk zal steunen.

Europa begint zicht voor te bereiden op een eventuele oorlog. Overal worden verloven ingetrokken en de krijgsonderdelen worden langzaam in staat van paraatheid gebracht. 

In Berlijn vinden vandaag en gisteren demonstraties plaats, de menigte – die met portretten van keizer Frans-Jozef zwaait – eist een Oostenrijkse aanval op Servië. Waarschijnlijk zijn de betogingen van bovenaf geregisseerd… .

Maandag 27 juli 1914

In de nacht van 26 op 27 juli krijgt Belgrado eindelijk het verlossende woord uit St. Petersburg. Rusland zal Servië militair bijstaan als Oostenrijk-Hongarije aanvalt, sterker nog Rusland zal meteen Oostenrijk-Hongarije binnenvallen. Pašić is nu vol zelfvertrouwen en weigert zelfs een voorstel tot Engelse bemiddeling in het conflict.

De Duiste minister van buitenlandse zaken Jagow beantwoord het Engelse en Franse voorstel voor een conferentie tussen de grote mogendheden met een tegenvoorstel: laat Oostenrijk-Hongarije en Rusland maar rechtstreeks met elkaar onderhandelen in dit conflict. Ondertussen sturen de Duitsers een bericht naar Wenen met het advies niet te onderhandelen maar snel actie te ondernemen. 

Daarop snelt Berchtold naar keizer Frans-Jozef voor een handtekening om Servië de oorlog te kunnen verklaren. Hij stelt dat als ze niet snel handelen de Triple Entente (Frankrijk, Rusland en Engeland) nog voor een vredige oplossing kan zorgen en dat wil hij vermijden. Legerleider Conrad laat weten dat het Oostenrijks-Hongaarse leger nog eens twee extra weken nodig zal hebben voordat het klaar is om Servië aan te vallen.

In Parijs vinden demonstraties plaats tegen een mogelijke oorlog. Conservatieven maken zich zorgen over de socialisten, die verantwoordelijk worden gehouden voor de betogingen. Als het hele land gaat staken, kan Frankrijk niet verdedigd worden. Ook liberale Britse kranten keren zich tegen oorlog en vooral tegen Britse deelname aan een Europese oorlog.

Nicolaas II mobiliseert in vier extra districten zijn leger, met name aan de grens met Oostenrijk-Hongarije (Kaukasus, Turkestan, Omsk en Irkoetsk)… .

Dinsdag 28 juli 1914

Oorlog! Een maand na de aanslag in Sarajevo verklaart Oostenrijk-Hongarije Servië de oorlog! Een aanval op Servisch grondgebied zal nog weken duren.

De Franse ambassadeur in St. Petersburg Maurice Paléologue moedigt (samen met de Franse legerleiding) de Russen aan om te mobiliseren en verklaart dat Frankrijk achter Rusland zal staan. De Franse president en premier zitten nog steeds op zee en weten nauwelijks wat er gaande is.

Sazonov stuurt een telegram naar Londen, Parijs, Wenen en Rome (niet naar Berlijn!!!) met de mededeling dat de Russische gedeeltelijke mobilisatie niet gericht is tegen Duitsland. ’s Avonds laat Janoesjkewitsj alle militaire districten weten dat Rusland de 30e zijn hele leger gaat mobiliseren. Een opmerkelijke stap want hij heeft nog geen handtekening van de tsaar… .

Woensdag 29 juli 1914

Sazonov regelt de handtekening voor een algemene mobilisatie van de tsaar in de ochtend. Dit zou betekenen dat ook de districten die aan Duitsland grenzen gemobiliseerd zullen worden en dat betekent een Europese oorlog. In de middag ontvangt de tsaar twee telegrammen van keizer Wilhelm met de waarschuwing dat Duitsland zal moeten mobiliseren als Rusland dat doet en met het verzoek om toeschouwer te blijven in het conflict tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië in plaats van heel Europa mee te sleuren. Nicolaas twijfelt… en besluit dan net op tijd om de mobilisatie af te blazen om 21.30 uur ’s avonds terwijl de orders al bijna gestuurd waren. 

Die zelfde avond krijgt Sazonov een bericht van Bethmann-Hollweg met de mededeling dat een uitbreiding van de Russische mobilisatie betekent dat Duitsland ook zal moeten mobiliseren. Terwijl Bethmann-Hollweg de Russen juist probeert te kalmeren, raakt Sazonov door dit bericht ervan overtuigd dat oorlog onvermijdbaar is en dat Rusland zo snel mogelijk zijn hele leger moet mobiliseren. (Niet de eerste en ook niet de laatste keer dat een telegramtekst verkeerd werd geïnterpreteerd tijdens de julicrisis).

Pioncaré en Viviani keren terug op Franse bodem en kunnen meteen aan het werk. Frankrijk zal er alles aan proberen te doen Engeland achter zich te krijgen als er oorlog uitbreekt. Te beginnen met het lospeuteren van een verklaring van solidariteit uit Londen. Frankrijk en Rusland vragen Engeland om openlijk steun te betuigen. Duitsland wil juist dat Engeland zich neutraal verklaart. Maar de Engelse minister van buitenlandse zaken Grey besluit in overleg met het kabinet dat Engeland zich nergens aan wil binden.

Bethmann-Hollweg probeert de Engelse neutraliteit te garanderen door de Engelse ambassadeur in Berlijn te beloven dat Duitsland geen gebied van Frankrijk wenst te annexeren, behalve misschien een paar kolonies.

Oostenrijk-Hongarije begint ‘s avonds met een symbolisch bombardement op de Servische hoofdstad Belgrado, met – door gebrek aan beter – schepen vanaf de Donau: de eerste schoten van de Eerste Wereldoorlog… .
Donderdag 30 juli 1914
De Duitse minister van oorlog Erich Falkenhayn wil dat Duitsland zijn leger mobiliseert vanwege de Russische gedeeltelijke mobilisatie. Falkenhayn vreest dat tijdsverlies tot een Duitse nederlaag zal leiden. Als Rusland en Frankrijk eerder dan Duitsland hun leger in het veld brengen dan zal het Duitse aanvalsplan (Schlieffenplan) mislukken. Bethmann-Hollweg is nog niet aan mobiliseren toe. Hij wil het conflict zoveel mogelijk lokaliseren. Legerleider Moltke vraagt om in ieder geval de ‘Krieggefahrzustand’ te mogen afkondigen ter voorbereiding op een mobilisatie. Ook daar wil Bethmann-Hollweg niet aan.

Ondertussen hoort Moltke van de zwakte van het Oostenrijks-Hongaarse leger. In plaats van 40 aanvallende divisies tegen Rusland heeft Oostenrijk slechts 25 divisies in het oosten, die zich defensief zullen opstellen. Moltke schrikt daar zo van dat hij meteen om volledige mobilisatie van het Duitse leger vraagt. Hij stuurt een telegram naar Wenen – zonder dit met de politiek te overleggen! – met het verzoek om zo snel mogelijk het Oostenrijkse leger helemaal te mobiliseren en belooft dat Duitsland dit ook zal doen.

In de middag overtuigt Sazonov de tsaar dat hij toch echt een order moet tekenen voor de volledige mobilisatie van het Russische leger. Nicolaas gaat opnieuw overstag. Morgen zal het hele Russische leger mobiliseren. De mobilisatie van het hele leger is onnodig (Rusland wordt niet direct bedreigd) en een provocatie (ook aan de Duitse grens wordt gemobiliseerd).

De Franse opperbevelhebber generaal Joséph Joffre wil zo snel mogeljk mobiliseren. Hij schat dat elke dag vertraging ongeveer 15-20 kilometer Frans grondgebied zal gaan kosten bij een Duitse aanval. De politici kopen graag met dit verlies aan grondgebied Engelse steun want als Duitsland aanvalt kan Frankrijk zich als slachtoffer opstellen wat de kans op Engelse steun zal doen toenemen.

Het Engelse kabinet heeft over de kwestie België gesproken. Engeland garandeerd al vanaf 1839 de Belgische neutraliteit. De Engelse premier Herbert Asquith vat het standpunt van het kabinet over de kwestie samen tegen koning George V: “als het probleem zich voordoet zullen wij op basis van beleid (‘policy’) en niet juridische verplichtingen een beslissing nemen”… .
 Vrijdag 31 juli 1914
Berchtold is verbaasd over het telegram van Moltke en vraagt zich af wie er de baas is in Berlijn, de militairen of de politici. Toch doet Wenen wat Moltke vraagt: Oostenrijk-Hongarije mobiliseert zijn hele leger. 

Ook Rusland begint vandaag zijn hele leger te mobiliseren. 

Duitsland roept meteen na het horen van de Russische mobilisatie vroeg in de middag de ‘Kriegsgefahrzustand’ uit. Een paar uur later stuurt Berlijn twee ultimatums. Een naar St. Petersburg met de eis direct de mobilisatie terug te draaien en een naar Parijs met de eis dat Frankrijk zich neutraal verklaart ingeval van een Duits-Russisch conflict. Rusland moest binnen 12 uur reageren en Frankrijk binnen 18 uur anders, en als niet aan de eisen werd voldaan, zal Duitsland mobiliseren. Berlijn verwacht geen positief antwoord op beide telegrammen maar wil hiermee de schuld voor het uitbreken van de oorlog in de schoenen van de Russen en Fransen schuiven.

Wilhelm II stuurt een telegram aan Frans-Jozef met de mededeling dat Oostenrijk-Hongarije Rusland moet aanvallen terwijl Duitsland Frankrijk probeert te verslaan. De tekst is in meerdere opzichten opzienbarend omdat het ervan uitgaat dat Berlijn Wenen te hulp moet komen (dat was helemaal niet een verplichting volgens de alliantietekst) en omdat Wilhelm in feite Frans-Jozef voor het blok zet: Oostenrijk-Honagrije moet nu Rusland wel aanvallen terwijl er nog geen oorlog tussen beide landen is. 

Door de dreigende situatie in Europa besluiten ook Nederland en België hun leger te mobiliseren maar beide landen wensen strikt neutraal te blijven.

Grey stuurt zowel Frankrijk als Duitsland een telegram met de vraag hoe beide landen tegenover de Belgische neutraliteit staan. 

Frankrijk vreest dat het twee dagen achter loopt op de Duitse mobilisatie. Joffre wordt ongeduldiger. ‘s Avonds wordt de socialistisch leider Jean Jaurès doodgeschoten door een extreem-rechtse nationalist. Jaurès wilde het leger omvormen tot een louter defensief instrument. De krant ‘Le Temps’ spreekt in de speciale avondeditie van de onthoofding van het pacifisme… .
Zaterdag 1 augustus 1914
Duitsland verklaart Rusland de oorlog na het uitblijven van het terugdraaien van de Russische mobilisatie. Frankrijk verklaart ‘uit eigen belang’ te zullen handelen en ontwijkt daarmee het Duitse ultimatum. Duitsland mobiliseert, het Schlieffenplan treedt in werking. Het probleem is nu dat Duitsland oorlog heeft met Rusland, terwijl ze volgens hun aanvalsplan eerst Frankrijk (!) moeten aanvallen. Er moet zo snel mogelijk een reden voor een oorlog met Frankrijk gevonden worden. Wilhelm II vraagt zijn generaals of ze het Duitse leger niet alsnog richting Rusland kunnen sturen. Moltke antwoordt dat als ze dat doen tijdens dit ingewikkelde mobilisatieproces het Duitse leger ophoudt te bestaan. 

Frankrijk zal morgen zijn leger mobiliseren. De Franse soldaten krijgen de opdracht om minstens 10 kilometer van de Duitse grens te blijven om het buurland niet te provoceren, of liever de schuld voor het uitbreken van de oorlog in Duitse schoenen te schuiven.

De Franse ambassadeur in Londen, Pierre Cambon, wijst erop dat de Franse kust niet verdedigd is door afspraken met Londen uit 1912 waarbij de Franse vloot in de Middellandse Zee geconcentreerd zou worden (de Engelse vergeten dit uit te zoeken en geloven Cambon ten onrechte: zulke afspraken zijn namelijk nooit vastgelegd). Hij wil natuurlijk Engeland in het Franse kamp trekken. Grey kan hem op dit moment nog geen antwoord geven omdat het Engelse kabinet nog steeds geen beslissing heeft genomen. 

Grey denkt dat hij Frankrijk neutraal kan houden zolang Duitsland Frankrijk niet aanvalt. Ook de kwestie van de Belgische neutraliteit wordt besproken tijdens de kabinetvergadering in Londen. Wat moet Engeland doen als de Belgische neutraliteit wordt geschonden? De antwoorden op de gisteren gestuurde telegrammen komen binnen vanuit Parijs en Berlijn. Frankrijk garandeert de Belgische neutraliteit maar Duitsland telegrafeert Londen dat ze de vraag niet willen beantwoorden… .

Zondag 2 augustus 1914

Duitsland bezet Luxemburg omdat er een belangrijk knooppunt van spoorlijnen ligt die nodig is voor de aanval richting Frankrijk/België.

Italië verklaart neutraal te zullen blijven in het conflict tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië en Duitsland en Rusland. Krachtens het verdrag met Duitsland en Oostenrijk-Hongarije was Italië niet verplicht beide landen te hulp te komen als zij zelf de agressor zouden zijn, dus staat Italië in zijn recht niet mee te vechten. Wel leidt de verklaring tot teleurstelling en woede in Berlijn. De Duitse keizer stuurt een telegram aan de koning van Italië waarin hij hem uitmaakt voor schurk! Parijs en Londen reageren opgelucht.

Vroeg in de avond (19.00 uur) stuurt Duitsland een ultimatum aan België met het verzoek om vrije doortocht voor het Duitse leger richting Frankrijk. De Belgisch regering kreeg 12 uur om te antwoorden. Twee uur later komt het Belgische kabinet bijeen onder leiding van koning Albert I. Zij besluiten vrij snel en unaniem verzet te bieden tegen een Duitse doortocht… .

Maandag 3 augustus 1914

Duitsland verklaart België, en Frankrijk de oorlog. De Duitsers beweren dat de Fransen het Duitse luchtruim en territorium hebben geschonden. Dat is natuurlijk nooit gebeurd maar wel een excuus om Frankrijk de oorlog te verklaren.

Oostenrijk-Hongarije stelt de oorlogsverklaring aan Rusland op maar stuurt deze nog niet.

De Engelse minister van buitenlandse zaken Grey spreekt het Lagerhuis toe en legt uit dat het Engelse kabinet de schending van de Belgische neutraliteit niet zal tolereren (wat Engeland dan zal doen is overigens nog steeds niet duidelijk). Engeland stuurt een ultimatum naar Duitsland van 24 uur waarin ze eisen dat Duitsland garandeert dat ze de Belgische neutraliteit niet zullen schenden. Grey doet er alles aan het kabinet te overtuigen van de noodzaak Frankrijk te steunen, hij is bereid hiervoor zijn ontslag in te dienen.

Bij zonsondergang verzucht Grey: “The lamps are going out all over Europe. We shall not see them lit again in our lifetime”… .

Dinsdag 4 augustus 1914

Duitsland valt België binnen, ze trekken op richting Luik. De koning van België doet een beroep op Parijs en Londen de Belgen te helpen.

Engeland verklaart laat in de avond Duitsland de oorlog. Vier ministers nemen ontslag uit het kabinet omdat zij niet verantwoordelijk willen zijn voor dit besluit. 

De Verenigde Staten verklaren zich neutraal.

=====================================================================

Hieronder alle andere oorlogsverklaringen in augustus 1914 op een rij. Let bijvoorbeeld op Japan. Japan vocht namelijk in de Eerste Wereldoorlog aan geallieerde zijde mee: 

5 augustus: Oostenrijk-Hongarije aan Rusland

6 augustus: Duitsland aan Servië

12 augustus: Frankrijk en Engeland aan Oostenrijk-Hongarije

23 augustus: Japan aan Duitsland

27 augustus: Oostenrijk-Hongarije aan Japan

28 augustus: Oostenrijk-Hongarije aan België

Het Ottomaanse Rijk raakte pas in oktober bij de oorlog betrokken.

Italië en Bulgarije in 1915.

Roemenië in 1916.

De VS en Griekenland in 1917.