De Tweede Wereldoorlog in begrijpelijk taal gaat over het ontstaan en het verloop van WO2. Van de opkomst van Hitler en de bange meidagen van 1940 tot de aroombommen op Hiroshima.
Het boek begint met een hoofdstuk over de gevolgen van Versailles en de opkomst van het Derde Rijk. Was Hitler een megalomane gek of een rationele populist? En hoe sterk of zwak is een liberale democratie eigenlijk (een actuele vraag)? Europa heeft eind jaren dertig geen zin in oorlog maar die komt er toch, alle inspanningen om die te voorkomen ten spijt.
De oorlog begint met de Duitse aanval op Polen in september 1939. Duitsland heeft op dat moment nog een verdrag met de Sovjetunie (Rusland). Frankrijk en Engeland laten – na Tsjechoslowakije in 1938 – ook Polen in de steek en wachten een aanval van Duitsland op West-Europa af. Er gebeurt vrijwel niks tot mei 1940. In het boek wordt de vraag beantwoord hoe dat kan en wat de werkelijke krachtsverhoudingen waren. Was het Duitse leger veel sterker dan het Franse en Engelse? En wist Nederland dat de Duitsers dit keer wél zouden aanvallen? En waarom viel Duitsland Nederland dit keer (itt WO1) wel aan?
Dan begint in mei 1940 een van de meest opzienbarende militaire campagnes uit de historie. In het boek wordt uitgelegd waarom het Duitse aanvalsplan zo revolutionair en succesvol was. Er wordt uitgebreid ingegaan op de oorlog in Nederland, België en Frankrijk. En welke rol speelden technologie en doctrines (manier van vechten) bij deze oorlog?
Het boek beschrijft daarna de vreselijke oorlog in Rusland, de Sovjetunie en de andere strijdtonelen in Europa. Halverwege het boek wordt dan de aandacht verlegd naar Azië: de opkomst van het wereldrijk Japan. Hoe en waarom kon Japan in Azië uitgroeien tot een hegemoniale mogendheid? Waarom was China destijds zo zwak?
Natuurlijk wordt in het boek ook aandacht besteed aan de bezetting van Nederland, Europa en Azië, en de holocaust (of ‘shoa’): de moord op ruim 6 miljoen Joden. Wat waren de overeenkomsten en verschillen tussen de Duitse en Japanse bezetter?
In het boek is een hoofdstuk toegevoegd over de economische, militaire en industriële krachtsverhoudingen tussen de centralen en geallieerden. De vraag die wordt beantwoord is hoe belangrijk die krachtsverhoudingen waren voor het verloop van de strijd. Zijn aantallen bepalend of is kwaliteit juist het belangrijkste in een oorlog? Ook dit is weer een relevante discussie door de oorlog in Oekraïne.
Ten slotte wordt uitgelegd hoe en waarom de geallieerden de oorlog wonnen.
Veel leesplezier!